Blik op de tuin – week 12 / 2012

De heer van het bos in Nieuw-Zeeland

Door de afgelegen ligging was Nieuw-Zeeland een van de laatste landen die door de mens is ontdekt. Tijdens het lange isolement ontwikkelde er zich een bijzondere natuur, waar vooral vogels een belangrijke rol speelden. Aan het einde van de 13e eeuw vestigden de eerste Polynesiërs, de voorvaderen van de Maori zich er en halverwege de 17e eeuw zette de eerste Europeaan voet aan wal, in de persoon van de Hollandse kapitein Abel Tasman. Zijn verblijf was slechts van korte duur en het duurde ruim 100 jaar voordat kapitein James Cook, bevelhebber van de Endeavour, het land voor Engeland opeiste. Zowel de komst van Polynesiërs als Engelsen hebben Nieuw-Zeeland voor altijd veranderd. Vogelsoorten stierven uit, de Maori werden blootgesteld aan onbekende ziekten, zoals mazelen en waterpokken, maar ook de flora stond onder druk. Een van de boomsoorten die daar het meest onder te lijden had en heeft is de kauriboom. De kauriboom, Agathis australis, is een conifeer met een beschermde status. Door grootschalige houtkap is sinds de komst van de mens ruim 95% van de oorspronkelijke kauribossen, die tot de oudste ter wereld behoren, verdwenen. Zowel Maori als Engelsen gebruikten het hout voor allerlei doeleinden. Tegenwoordig mag het kappen van deze boom, afgestorven of niet, alleen maar met een speciale vergunning. Kwamen de kauribomen vroeger over het hele Noordereiland voor, tegenwoordig zijn er nog slechts een aantal kauribossen te vinden. In een van deze bossen, het Waipoua Forest, een nationaal park in de buurt van de stad Dargaville, staan de grootste bomen van Nieuw-Zeeland. Het was een ware belevenis om dit park te bezoeken, want hoe nietig voel je jezelf als mens als je tegenover een woudreus komt te staan die zeker 1500 jaar oud is. De Maori hebben de grootste kauri van het land Tane Mahuta, Lord of the forest, genoemd. Deze kauri is in totaal 51 meter hoog en heeft een stamhoogte van 17,7 meter. De doorsnede van de stam is bijna veertien meter en er groeien in zijn takken meer dan 30 soorten planten, zoals mossen en varens. Naast kauribomen groeien in dit subtropische regenwoud nog 300 soorten bomen, struiken en (boom)varens en ik kan u verzekeren, dat ik volop van al dit moois heb genoten. Genoten heb ik ook in het Kauri Museum in Matakohe, waar niet alleen allerlei informatie over de kauriboom te vinden was, maar ook voor de winning van kaurigom, het gefossiliseerde hars van de boom, beter bekend als amber. Van amber zijn trouwens prachtige sieraden te maken.

Anneke

T: @blikopdetuin

Vragen kunt u stellen via: info@westland.groei.nl; activiteiten van Groei en Bloei afdeling Westland vindt u op: westland.groei.nl.

 

Blik op de tuin: week 11/2012

En de kleur isx85x85 rood

Van de natuur in Nieuw-Zeeland (zie ook column week 7) gaan je ogen op steeltjes staan. De botanische snoepjestrommel van dit land heeft voor natuur- en tuinliefhebbers zoveel in petto, dat je er bijna ontroerd van raakt. Hoe armzalig lijkt dan de natuur in ons eigen land en hoe graag zou je dat moois juist willen laten zien aan hen die tuin en natuur liever links laten liggen.

Al op de eerste dag van onze reis, dicht bij het hotel, werd mijn blik getroffen door een straat vol prachtige bomen: de pohutukawa of wel Metrosideros excelsea. De pohutukawa is vooral te vinden langs de kust van het Noordereiland. Deze voor de Nieuw-Zeelander zeer geliefde boom staat ook bekend als de ‘New Zealand Christmastree’. Gezien zijn kleur en bloeitijd is dat begrijpelijk: hij bloeit rood en in december. Bijzonder is zijn dieprode (karmozijn) bloeiwijze, die bestaat uit rode steeltjes met gele stuifmeeldoosjes. Deze bloeiwijzen doen denken aan de kuipplant: Callistemon, lampenpoetser. De soort ‘excelsea’ kan een hoogte bereiken van 20 meter en is vaak meerstammig. Het is niet de enige soort van dit geslacht, dat trouwens tot de Mirte familie behoort (Myrtaceae). Interessant zijn ook M. robusta, de noordelijke rata en M. umbellata, de zuidelijke rata, die vaak als epifyt beginnen. (Epifyten zijn organismen die op planten groeien zonder hieraan voedsel te onttrekken; dit in tegenstelling tot parasieten). Als zijn wortels de grond bereiken, ontwikkelt de rata zich tot een boom die wel tot 25 meter hoog kan groeien. Fotogeniek is Metrosideros zonder meer en u zult begrijpen, dat in combinatie met een turquoise zee en een blauwe lucht de meest bijzondere plaatjes ontstaan.

De pohutukawa is vaak te vinden in de buurt van begraafplaatsen van Maori, de oorspronkelijke bewoners van Nieuw-Zeeland. Het verhaal gaat, dat door de wortels van deze voor hen heilige boom, de geest van een overledene afdaalt om zich te voegen bij zijn voorvaderen. Het bestaan van veel van de pohutukawa bomen staat helaas onder druk. Niet alleen de mens, maar ook de (o)possum (buidelrat) is hier debet aan. Opossums zijn in Nieuw Zeeland een ware ‘pest’. Ooit zijn ze voor de bontindustrie vanuit Australië naar Nieuw Zeeland gebracht, waar ze zich zonder natuurlijke vijand ongebreideld konden ontwikkelen. Zij eten niet alleen vogelnesten leeg, maar verorberen vooral het jonge groen van de inheemse bomen. Sinds 1990 maakt de Project Crimson Trust zich er gelukkig hard voor om het uitsterven van deze prachtige boom te voorkomen!

Anneke

T @blikopdetuin

Vragen kunt u stellen via: info@westland.groei.nl; activiteiten van Groei en Bloei afdeling Westland vindt u op: westland.groei.nl.

Blik op de tuin: week 10 / 2012

Een geheim sneeuwklokjesbos

Door de vorst van dit jaar leek het of mijn sneeuwklokjes een vroege dood waren gestorven, maar niets was minder waar. Platgeslagen door de vorst, deden de eerste zonnestralen de plantjes als het ware herrijzen. Gauw heb ik het afgestorven loof er rondom weggehaald, zodat ik van uit huis volop van ze kon genieten. Over sneeuwklokjes gesproken: vorig jaar reed ik rond deze tijd richting Hoek van Holland. Omdat ik niet de chauffeur was, had ik alle tijd om naar buiten te kijken. Tijdens het ritje viel mijn oog op een grote groep bomen waaronder een tapijt van sneeuwklokjes leek te zijn uitgerold. De afstand vanaf de weg was groot, maar misschien was ik zo alert omdat ik juist het Sneeuwklokjesfeest bij de Boschhoeve in Wolfheze had bezocht. Ik was verbaasd, maar ook nieuwsgierig en sprak de wens uit, dat ik daar graag eens een kijkje zou willen nemen. Een paar weken later, de sneeuwklokjes waren inmiddels uitgebloeid, kwam ik een oude kennis tegen. Ze sprak me aan en zei dat haar broer in zijn tuin een enorme hoeveelheid sneeuwklokjes heeft staan en dat hij ze me een ander jaar, tijdens de bloei, graag wilde laten zien. Mijn mond open viel van verbazing, want u zult begrijpen, dat de tuin die zij bedoelde, de tuin was die ik vanaf de weg had gezien.

Afgelopen week is het er van gekomen en heb ik het sneeuwklokjesbos bezocht. Ik kan u verzekeren, dat ik nog nooit zoveel sneeuwklokjes bij elkaar heb gezien. De duizenden sneeuwklokjes, Galanthus nivalis, staan rondom een oude boerderij die dateert van ongeveer 1750. Onder de bomen in de oude boomgaard, die hoort bij een nog oudere boerderij die er tot 1750 heeft gestaan, bloeien ze zelfs, volgens de trotse eigenaar, al meer dan 200 jaar. Dat kan goed kloppen want het sneeuwklokje, behoort tot de groep stinzenplanten die in de 18e eeuw, door de populariteit van de Engelse landschapstijl, vooral bij oude landgoederen, stadswallen en boerenhoven zijn aangeplant. Het was een imposant gezicht: al die grote witte dotten, maar ook een uitgelezen plek voor dit schaduwplantje dat graag onder bomen groeit. De sneeuwklokjes op de andere plekken rondom de boerderij heeft de eigenaar zelf geplant door steeds uitgebloeide pollen te scheuren. Wie vanaf de boerderij het romantische paadje tussen de bomen volgt, komt vanzelf uit bij de plek, waar ik vanaf de weg de sneeuwklokjes zag bloeien. Ik was vereerd was met de uitnodiging!

Anneke

T @blikopdetuin

Vragen kunt u stellen via: info@westland.groei.nl; activiteiten van Groei en Bloei afdeling Westland vindt u op: westland.groei.nl.

 

 

Blik op de tuin: week 9 – 2012

De winter in bloei (2)

De beheerder van de Nederlandse Planten Collectie Hamamelis, Wim van der Werf uit Boskoop, was half februari te gast bij Groei & Bloei Westland. Hij heeft zich als (oud)boomkweker gespecialiseerd in het kweken en selecteren van deze winterbloeier, die grofweg onder te verdelen is in vier soorten. Hamamelis virginiana is afkomstig uit het oosten van Noord-Amerika. Deze soort bloeit niet in het voorjaar, maar in september/oktober en is uitermate geschikt als onderstam voor andere toverhazelaars. De andere Amerikaanse soort is H. vernalis en heeft een bekende cultivar t.w. Hamamelis vernalis ‘Quasimodo’. Deze cultivar is door zijn grootte uitermate geschikt voor de kleinere tuin. Naast de Amerikaanse Hamamelis komen de andere twee soorten van dit geslacht uit China en Japan. De Chinese H. Mollis is, aldus Wim van der Werf, de toverhazelaar met de beste geur. Hij bloeit met grote gele bloeiwijzen. De Japanse soort H. Japonica komt overal in Japan voor, geurt niet echt, maar is wel sterk en goed winterhard.

De cultivars van Hamamelis zijn ontstaan uit kruisingen van de soorten. Een kruising tussen japonica en mollis noemt men H. x intermedia. De goede eigenschappen van beide ouders zijn hierin terug te vinden. H. x intermedia ‘Arnold Promise’ is een goed voorbeeld van een dergelijke kruising. Deze geel bloeiende cultivar heeft ook een mooie herfstkleur. Een andere mooie cultivar is H. x intermedia ‘Rubin’ die rood bloeit, uitstekend winterhard is en licht geurt. Interessant is ook H. x intermedia ‘Doerak’. De kleur is erg mooi (warmgeel), de geur is minder. Deze cultivar houdt tijdens de bloei zijn blad vast.

In principe hoeft u een pas aangeplante Hamamelis niet te snoeien. Wilt u de plant klein houden dan verdient het aanbeveling om jaarlijks na de bloei, dus na de winter, het jonge hout van de plant te halen (bij afgaande maan). Dit moet u dan wel elk jaar herhalen. Jong hout kunt u, volgens Wim v.d. Werf, altijd snoeien, maar van het oude hout moet u afblijven. Af en toe een tak weghalen bij een oudere struik is niet erg, maar daar moet het dan ook bij blijven.

Het beste kunt u Hamamelis kopen bij een gerenommeerd tuincentrum of bedrijf waar men verstand van zaken heeft en goed advies over kleur, geur en hoogte kan geven. Goede adressen zijn o.a.: Plantentuin Esveld (www.esveld.nl), Boomkwekerij Rein en Mark Bulk (bulk-boskoop.nl)

Pieter Zwijnenburg (zwijnenburgjr@planet.nl) en Jan den Hertog (www.jandenhertog.nl). Het volledige verslag staat op: westland.groei.nl – terugblik 2012.

Anneke

T @blikopdetuin

Vragen kunt u stellen via: info@westland.groei.nl; activiteiten van Groei en Bloei afdeling Westland vindt u op: westland.groei.nl.

 

Blik op de tuin: week 8 – 2012

De winter in bloei (1)

Op donderdagavond 9 februari was Wim van der Werf uit Boskoop, lid van de Nederlandse Planten Collectie, te gast om te vertellen over de schoonheid van Hamamelis. Wim die ruim 45 jaar boomkweker is geweest, heeft sinds twee jaar van zijn werk zijn hobby gemaakt. Al 40 jaar verzamelt hij Hamamelis en tegenwoordig is hij de trotse bezitter van zo’n 135 verschillende cultuurvariëteiten in vier soorten. Naast het verzamelen en in stand houden van zijn collectie, probeert Wim door te zaaien en te selecteren variëteiten te vinden, die alle andere in geur en kleur overtreffen.

Hamamelis is een winterbloeier, die afhankelijk van soort of cultivar in de meest prachtige verschijningsvormen en kleuren voorkomt. Niet alleen zijn de kleuren van Hamamelis in deze tijd van het jaar een welkome aanvulling voor een saaie wintertuin, maar een aantal van deze winterbloeiers hebben ook nog eens heerlijke geuren. In ons klimaat bloeit Hamamelis voornamelijk in de maanden januari en februari. Er zijn echter ook cultivars die eerder of later bloeien. Hamamelis is een vrij gemakkelijke en langzaam groeiende struik die vrijwel nooit ziek is of last van luis heeft. Hamamelis kan goed tegen de vorst en takken met knop die nog niet gebloeid hebben, gaan na de vorst gewoon verder.

De Nederlandse naam van deze winterbloeier is toverhazelaar. Toverhazelaar is weer een vertaling van de Amerikaanse benaming van de struik: ‘Witch Hazel’. ‘Witch’ betekent in dit geval niet ‘heks’, maar refereert naar de buigzame takken van de struik. Hamamelis heeft een hekel aan natte voeten en groeit het liefst in een zanderige of goed gedraineerde bodem. Bestaat de bodem van uw tuin uit klei, dan kunt u het beste een groot gat graven en dit opvullen met goede tuingrond en de struik als het ware op een heuveltje planten. Hamamelis houdt van een beetje zon en tegen een donkere achtergrond komt de plant het meest tot zijn recht. Helaas houdt Hamamelis er niet van om in een pot te staan. Dat is jammer, want op een terras, dicht bij het raam, zou het een mooie winterattractie zijn. Hamamelis wordt er ook niet in gekweekt. Alleen het laatste jaar voor de verkoop gaan de planten voor de winter de pot in. Hamamelis heeft slechts af en toe wat mest nodig. Het is verstandig om zogenaamde zuigers, uitlopers van de onderstam te verwijderen. Minder sterke Hamamelis zullen eerder zuigers vertonen. Volgende week meer x85.

Anneke

T @blikopdetuin

Vragen kunt u stellen via: info@westland.groei.nl; activiteiten van Groei en Bloei afdeling Westland vindt u op: westland.groei.nl.