De heer van het bos in Nieuw-Zeeland
Door de afgelegen ligging was Nieuw-Zeeland een van de laatste landen die door de mens is ontdekt. Tijdens het lange isolement ontwikkelde er zich een bijzondere natuur, waar vooral vogels een belangrijke rol speelden. Aan het einde van de 13e eeuw vestigden de eerste Polynesiërs, de voorvaderen van de Maori zich er en halverwege de 17e eeuw zette de eerste Europeaan voet aan wal, in de persoon van de Hollandse kapitein Abel Tasman. Zijn verblijf was slechts van korte duur en het duurde ruim 100 jaar voordat kapitein James Cook, bevelhebber van de Endeavour, het land voor Engeland opeiste. Zowel de komst van Polynesiërs als Engelsen hebben Nieuw-Zeeland voor altijd veranderd. Vogelsoorten stierven uit, de Maori werden blootgesteld aan onbekende ziekten, zoals mazelen en waterpokken, maar ook de flora stond onder druk. Een van de boomsoorten die daar het meest onder te lijden had en heeft is de kauriboom. De kauriboom, Agathis australis, is een conifeer met een beschermde status. Door grootschalige houtkap is sinds de komst van de mens ruim 95% van de oorspronkelijke kauribossen, die tot de oudste ter wereld behoren, verdwenen. Zowel Maori als Engelsen gebruikten het hout voor allerlei doeleinden. Tegenwoordig mag het kappen van deze boom, afgestorven of niet, alleen maar met een speciale vergunning. Kwamen de kauribomen vroeger over het hele Noordereiland voor, tegenwoordig zijn er nog slechts een aantal kauribossen te vinden. In een van deze bossen, het Waipoua Forest, een nationaal park in de buurt van de stad Dargaville, staan de grootste bomen van Nieuw-Zeeland. Het was een ware belevenis om dit park te bezoeken, want hoe nietig voel je jezelf als mens als je tegenover een woudreus komt te staan die zeker 1500 jaar oud is. De Maori hebben de grootste kauri van het land Tane Mahuta, Lord of the forest, genoemd. Deze kauri is in totaal 51 meter hoog en heeft een stamhoogte van 17,7 meter. De doorsnede van de stam is bijna veertien meter en er groeien in zijn takken meer dan 30 soorten planten, zoals mossen en varens. Naast kauribomen groeien in dit subtropische regenwoud nog 300 soorten bomen, struiken en (boom)varens en ik kan u verzekeren, dat ik volop van al dit moois heb genoten. Genoten heb ik ook in het Kauri Museum in Matakohe, waar niet alleen allerlei informatie over de kauriboom te vinden was, maar ook voor de winning van kaurigom, het gefossiliseerde hars van de boom, beter bekend als amber. Van amber zijn trouwens prachtige sieraden te maken.
Anneke
T: @blikopdetuin
Vragen kunt u stellen via: info@westland.groei.nl; activiteiten van Groei en Bloei afdeling Westland vindt u op: westland.groei.nl.