Blik op de tuin – week 4 /2010

Hulde aan Von Siebold

Op donderdagavond 14 januari jl. heeft oud-hortulana Carla Teune van de Hortus botanicus in Leiden, op uitnodiging van Groei & Bloei afdeling Westland, een lezing gehouden over Philip Franz Balthasar von Siebold. Wat veel mensen niet weten is dat juist Von Siebold van grote betekenis is geweest voor het beeld van de tuin van vandaag. Aan hem danken we de komst van een groot aantal plantensoorten naar Europa. Niet alleen de persoon van Von Siebold is interessant maar ook mevrouw Teune is als oud-hortulana van de Hortus Leiden een bijzonder mens te noemen. Zij werkte van 1984 – 2004 in de Hortus en heeft vele interessante tuinreizen gemaakt, zoals naar Japan.

Als oud-hortulana weet zij als geen ander wat de betekenis van Von Siebold is geweest, ondermeer door de 15 originele, levende Siebold-planten die in de Leidse Hortus te bewonderen zijn. Dit is trouwens de helft van het aantal exemplaren dat door Von Siebold in de Hortus is terechtgekomen. Zelkova serrata, een boom uit de familie van de iepen is een van die Siebold-planten. Zowel in de hortus als in de speciale Von Sieboldgedenktuin is een origineel exemplaar te vinden (in 1830 geplant). Bijzonder is ook Prunus mume, een speciale Japanse sierabrikoos en de blauwe en witte regen (Wisteria). De blauwe en witte regen groeien en bloeien ook al 180 jaar in de Hortus. Toch is dat nog geen record. In Japan zijn exemplaren die meer dan 350 jaar oud zijn.

In totaal bracht Von Siebold ongeveer 700 verschillende soorten Japanse planten mee naar Europa, waaronder Aucuba, Weigelia, Skimmia, Kerria Japonica, Wisteria (blauwe regen), Acer japonica (Japanse esdoorns, lelies, Hydrangea (hortensia) en Hosta (hartlelie). In elke Nederlandse tuin is vandaag de dag wel een Japanse plant te vinden.

Hoewel in de Westerse wereld veel minder bekend, is Philip von Siebold in Japan nog steeds een beroemde man. Von Siebold is geboren op 17 februari 1796 in Wxfcrzburg in Duitsland. Nadat Von Siebold als arts was afgestudeerd vertrok hij naar ons land. Hier werd hij aangesteld als chirurgijn-majoor in het Nederlandse leger. Via deze aanstelling kwam hij uiteindelijk terecht op Deshima (ook Decima), een kunstmatig eiland voor Nagasaki in Japan. In die dagen zat Japan nog ‘potdicht’, alleen Holland was er in geslaagd een voet tussen de deur te krijgen. Al snel na zijn komst groeide Von Siebold’s bekendheid als arts. Na een voor die tijd ongewone staaroperatie aan de ogen van een adellijke heer, kreeg Von Siebold niet alleen meer vrijheid, maar ook een huis op het vaste land. Von Siebold was verder een grote verzamelaar. Hiervoor kreeg hij vooral de gelegenheid tijdens de steeds terugkerende verplichte hofreizen naar de Shogun in Edo (nu Tokyo). Naast allerlei interessante Japanse gebruiksartikelen, verzamelde hij mineralen, dieren, vogels en planten. Zijn uitgebreide verzameling gedroogde planten ligt nu in het Nationaal Herbarium Nederland in Leiden.

Na zijn verbanning uit Japan (vermeende spionage) besloot Von Siebold in 1830 in Leiden te gaan wonen. De planten die hij meebracht kregen in eerste instantie een plaatsje in de Hortus. Hij ging wonen op Rapenburg 19, een groot herenhuis, waar hij zijn ‘Japansch Museum’ vestigde en wat tegenwoordig het Siebold-huis is. In 1845 begon Von Siebold een kwekerij buiten de stad. Op de kwekerij kweekte hij allerlei nieuwe interessante planten die hij zelf had meegenomen of uit Japan toegezonden kreeg. Zo kwamen zijn planten in de Hollandse tuinen terecht. Na een bewogen leven stierf Von Siebold in 1866 aan tyfus die hij had opgelopen door het drinken van besmet water. Op 70-jarige leeftijd kwam een einde aan het leven van een bijzondere, maar ook vaak moeilijke man. Zijn nalatenschap is echter groot en nog altijd tastbaar! Een volledig verslag is te lezen op westland.groei.nl

AnnekeImg_5176

Blik op de tuin – week 3/2010

Gekleurd en gekronkeld

Iedere tuinier heeft wel de wens dat er per seizoen in de tuin wat te beleven valt. Dergelijke ‘natuurattracties’ kunt u realiseren door de aanplant van struiken of bomen die of wintergroen zijn of een specifieke herfstkleur hebben of waarbij sprake is van een mooi wintersilhouet (nog mooier met een laagje sneeuw!). Hetzelfde gaat op bij de keuze van vaste planten. Door een juiste keuze te maken kunt u in elk seizoen van iets aantrekkelijks genieten.

Toch valt er in de meeste tuinen in de winter maar weinig te beleven. Dat is niet vreemd omdat het merendeel van de gewassen hun sierwaarde in lente, zomer en herfst hebben. Ook weten de meeste mensen niet dat er in de winter struiken zijn die bloeien. De bloemen van deze struiken verschijnen aan de bladerloze takken in periodes dat het niet of nauwelijks vriest. Bij kouder of vriezend weer staat de bloei even stil om daarna in volle glorie weer verder te gaan. Bang voor het bevriezen van de bloemen hoeft u niet te zijn, want dergelijke struiken hebben hun eigen antivriessysteem. Een aantal van deze struiken zijn ook nog eens geurend. Soms laten ze zo een onuitwisbare indruk achter, dat je er zelf ook een exemplaar van in de tuin wil hebben. Zelf ben ik nog steeds op zoek naar Sarcococca hookeriana var. Digyna of Sarcococca confusa. Deze kleine bladhoudende heesters hebben verrukkelijke zoetgeurende bloemetjes en zouden eigenlijk in iedere tuin een plaatsje moeten krijgen, zo lekker ruiken ze. Prachtig is trouwens ook Stachyurus praecox, de staartaar,  een tot 2 m hoge struik uit Japan met trosjes gele bloemen of Chimonanthus praecox  ‘Grandiflorus’ met grote bloemen en rood gevlekte kroonbladeren. Ook Hamamelis, de toverhazelaars moeten we in dit rijtje niet vergeten.

Naast een eventuele winterbloei kunt u bomen of struiken ook selecteren op hun stam en takken, die juist in de winter sierwaarde hebben. Deze sierwaarde kan zich uiten in de vorm van de structuur van de bast, een opvallende kleur van de takken of bijzondere takvormen.

Met het oog op de structuur van de bast zijn Betula utilis jacquemontii, de witte berk, met zijn roomwitte, afschilferende bast of aan de amberkleurige stam van Acer griseum, de papieresdoorn, goede voorbeelden. Bij Acer griseum rafelt, naarmate de jaren vorderen, de bast steeds verder en de boom heeft qua blad ook nog eens een prachtige herfstkleur. Een aantal kornoeljesoorten onderscheiden zich op hun beurt door hun kleurrijke takken. Het meest bekend zijn de bloedrode wintertwijgen van Cornus alba ‘Sibirica’. Cornus sanguinea ‘Winter Beauty’ heeft takken die fel oranjegeel zijn en bij Cornus stolonifera ‘Flaviramea’ zijn ze groen tot geel. Ook gedraaide takken zoals bij Corylus avellana ‘Contorta’, de kronkelhazelaar zijn in de winterperiode een opvallend gegeven. Een ander voorbeeld is Salix babylonica ‘Tortuosa’, de kronkelwilg, met zijn lange kronkelige takken.

Juist over deze opvallende wintertakken heeft het Boomkwekerijmuseum in Boskoop een tentoonstelling ingericht met als titel: ‘Gekleurd en gekronkeld’. Deze wintertentoonstelling (t/m 6 februari 2010) is tot stand gekomen door samenwerking met de Goudse bloemsierkunstenaar Diny Blom van het Blomatelier (www.blomatelier.nl). Diny Blom is toonaangevend in Nederland en heeft zich gespecialiseerd op het gebied van themaboeketten, speciale bloemontwerpen en de verkoop van spectaculaire vazen en potten. Bent u gexefnteresseerd, dan is het goed om te weten dat het museum is geopend van dinsdag tot en met vrijdag van 13.30-16.30 uur en op zaterdag van 10.00 -16.00 uur. Het adres van het Boomkwekerijmuseum is: Reijerskoop 54, 2771 BR Boskoop (info: 0172-217756 of www.boomkwekerijmuseum.nl). Ik wens u veel winterattracties toe!

Anneke

Blik op de tuin – week 2/2010

Vogelhuisje_3

Een huis op stand

Als ik een vogel was, zou ik ook graag in een van die nieuwe rustieke vogelhuisjes mijn voedsel willen nuttigen. Terwijl tot voorkort de meeste huisjes van eenvoudige makelij waren, zijn er nu vogelhuisjes op ‘stand’. Sommige voederhuisjes zijn ontworpen naar voorbeeld van de traditionele woningen in Zweden en Finland en andere lijken op de molen van Don Quichote. Ook kan er een enorme hoeveelheid voer in deze nieuwe voederautomaten, die de diverse soorten vogels op maat kunnen bedienen. Het zogenaamde model ‘Townhouse’ kunt u zelfs met 2,2 liter vogelvoer vullen.

Sommigen van u zullen misschien bedenkelijk hun wenkbrauw optrekken over deze wellicht overbodige luxe, maar ik denk dat het ontwikkelen van dergelijke, voor het oog aantrekkelijke vogelhuisjes, de redding voor een groot aantal vogels in de winter betekent. Door hun aantrekkelijke design zijn veel meer mensen dan normaal geneigd om een nestkastje of voederhuisje op te hangen en dat is toch wat de ware vogelliefhebber wil. Want wees nu eens eerlijk: wie vindt het nu niet leuk om achter het venster in de warme huiskamer te genieten van onze gevederde vriendjes. En dat zijn er nogal wat. Zeker als u in de tuin de juiste voorwaarden schept en daar kan een al dan niet modieus vogelhuisje in ieder geval aan bijdragen. Bijvoeren van vogels in winterse dagen blijft bittere noodzaak. In de winter, maar vooral bij koude temperaturen hebben vogels reservestoffen nodig om de kou te kunnen trotseren. Het prettige van dergelijke voederautomaten is ook, dat het voedsel beschermd is tegen vorst en sneeuw en dat kleine vogels ongehinderd hun maaltijd kunnen nuttigen. De zitstokjes aan de huisjes zijn namelijk zo kort dat de grote vogelsoorten geen houvast hebben.

Ik was dit jaar rijkelijk laat met het schoonmaken en opnieuw vullen van mijn (simpele) voederautomaat. Dat was geen onwil, maar het kwam omdat het in november en begin december steeds zo verschrikkelijk regende. Vlak voor de eerste vorstprikkel was het gelukkig weer eens droog en heb ik snel allerlei soorten vet- en zadenbollen opgehangen. Het is een gegeven dat hoe meer verschillend voer u neerlegt/ophangt des te meer soorten vogels de voederplaats zullen bezoeken. Toch duurde het even voor de vogels de gaarkeuken hadden ontdekt, maar nu vliegen ze gelukkig weer af en aan. Opvallend was dat de staartmezen die meestal pas aan het begin van het nieuwe jaar verschijnen er nu al begin december waren. De staartmees heeft zoals zijn naam het al zegt, een heel lange staart. Hij heeft een zwarte bovenkant en is wit van onderen en soms is er een brede zwarte wenkbrauwstreep aanwezig. Staartmezen komen meestal in groepjes voor en ik vind ze een van de mooiste vogels die ik in mijn tuin heb gezien.

Vogels zijn gek op allerlei soorten graan en zaad en vooral zonnebloempitten schijnen voor een sterk, dik en glanzend vedergestel te zorgen. Vetbolletjes met zaden, op hun beurt, zijn gezien de aanwezige vetstoffen noodzakelijk voor een goede weerstand en zitten vol energie. Ook fruit vinden de meeste vogels lekker, maar de halve appels die ik heb neergelegd hebben ze nog niet ontdekt, terwijl die toch broodnodig zijn voor de vitamientjes.

Maar alle vogeltjes op een stokje, u bent toch zeker ook van plan om in deze barre tijden onze gevederde vriendjes bij te staan? Natuurlijk hoeft u niet direct een huis ‘op stand’ te kopen. Een simpele voederplaats, het liefst overdekt, is al een stap in de goede richting. De vogelbescherming zal u er dankbaar om zijn! Voor meer tips kunt u surfen naar: www.vogelbescherming.nl.

Anneke